VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het derde kwartaal van AkzoNobel leek op het eerste oog weinig verrassend: verkoopvolumes stagneren al jaren en dus is de verfgigant aangewezen op het besparen van kosten om het resultaat te beschermen. Maar geruisloos voorbij gaat de cijferupdate allerminst. AkzoNobel moest een voorziening van 300 miljoen euro nemen voor een slepende rechtszaak in Australië.

Die nieuwe ontwikkeling veranderde overigens niks aan de verhaallijn die Akzo-bestuurders richting beleggers hebben. Het bedrijf blijft volhouden dat er niets te vrezen valt. Maar de nieuwe schadepost wijst er in ieder geval wel op dat de situatie wat dreigender is geworden.

Hoe zit het precies? AkzoNobel staat in Australië sinds enkele jaren tegenover INPEX, de Japanse gasproducent die het Ichthys LNG-project exploiteert, en JKC, het consortium dat verantwoordelijk was voor het ontwerp en de bouw van de installaties.

De partijen vechten voor de rechtbank van Australië over vermeende gebreken aan een beschermende coating die is aangebracht op pijpleidingen van het enorme Ichthys LNG-project bij Darwin.

Dat project, een investering van omgerekend zo’n vijftig miljard Australische dollar, verwerkt vloeibaar aardgas dat offshore wordt gewonnen en via een 890 kilometer lange pijpleiding naar het vasteland wordt getransporteerd.

Volgens de aanklagers zijn delen van die pijpleidingen aangetast en moeten ze worden hersteld. De coating in kwestie is Intertherm 228, een hittebestendige beschermlaag die AkzoNobel al decennia wereldwijd toepast in de energiesector. Het zou om een totale geclaimde schade van 2,7 miljard euro gaan.

AkzoNobel bestrijdt die lezing al ruim anderhalf jaar. De verf zou zijn aangebracht door onderaannemers van JKC en wordt wereldwijd zonder vergelijkbare problemen gebruikt. “Er is geen juridische basis waarop AkzoNobel aansprakelijk is,” stelde het bedrijf eerder meermaals. Maar uit de kwartaalupdate bleek dat het bedrijf nu wel een deel van de mogelijke schade als voorziening in de boeken heeft verwerkt.

Verschuilen achter accountingregels
Dat AkzoNobel deze voorziening opneemt, is veelzeggend. Tot en met het tweede kwartaal was de claim nog buiten de boeken gehouden als een voorwaardelijke verplichting (contingent liability): een risico dat waarschijnlijk niet zal manifesteren. Een concrete last in de resultatenrekening was toen nog niet nodig.

Maar onder internationale boekhoudregels (IAS 37) moet een onderneming een verplichting opnemen zodra een uitgaande kasstroom “waarschijnlijk” wordt geacht (meer dan vijftig procent kans) én het bedrag redelijk betrouwbaar kan worden ingeschat.

Volgens AkzoNobel is dat moment nu dus (deels) aangebroken. De onderneming meldt dat de 300 miljoen euro toeziet op “de elementen in de claim waarvoor de boekhoudcriteria zijn vervuld”.

Over de rest, aanzienlijk groter in omvang, wil CFO Maarten de Vries niets kwijt. Op vragen van analisten verschuilde hij zich achter diezelfde boekhoudregels: daarin staat dat een bedrijf gevoelige informatie mag achterhouden als openbaarmaking “de uitkomst van de zaak ernstig zou kunnen benadelen”.

Beleggers tasten dus in het duister. Wat er precies is veranderd sinds het tweede kwartaal? Het blijft volledig onduidelijk.

Wel is duidelijk dat AkzoNobel de kans op een toekomstige kasuitstroom inmiddels als reëel beschouwt én mogelijkheden heeft gezien om een nauwkeurige inschatting te maken van die verwachte uitstroom. Tot nu toe benadrukte het bedrijf dat de claims grotendeels gebaseerd zijn op gemodelleerde toekomstige inspectie- en herstelkosten met een hoge mate van onzekerheid. Hoe AkzoNobel tot de inschatting van 300 miljoen euro komt, bleef tijdens de cijferpresentatie onbesproken.

Deels verzekerde donkere wolk
AkzoNobel beschikt over een verzekering met een maximale dekking van 500 miljoen euro voor alle mogelijke kasuitstromen rond het Ichthys-dossier, zowel de nu geboekte voorziening als eventuele toekomstige claims. Dat biedt enige geruststelling, maar is bij lange na niet genoeg om een mogelijke schadeclaim van 2,7 miljard euro af te dekken.

De onderneming benadrukt dat ze zich krachtig blijft verweren, maar sluit niet uit dat de zaak nog jaren zal duren. Een uitspraak van de Federale rechtbank van Australië wordt pas midden 2026 verwacht, waarna beide partijen nog in hoger beroep kunnen gaan.

Mocht de rechter AkzoNobel uiteindelijk veroordelen, dan moet het bedrijf volgens Australisch recht het bedrag vrijwel direct betalen, tenzij uitstel wordt verkregen.

Dat uiteindelijke bedrag kan aanzienlijk hoger uitvallen dan de nu genomen voorziening, zo valt te lezen in de toelichting op de kwartaalcijfers. Daarmee hangt er voorlopig een wolk boven een concern dat juist bezig was orde op zaken te stellen. Topman Grégoire Poux-Guillaume hield zich in de analistencall op de vlakte: “We blijven doen wat we kunnen controleren.”

Volgens hem is de kwestie bovendien uniek voor de Australische context en vormt deze geen precedent. “De claims vallen onder het Australische consumentenrecht, dat in Europa of de VS niet van toepassing is,” zei hij. “Dit is geen begin van een bredere golf aan vergelijkbare zaken.”

Toch zullen beleggers de komende kwartalen vooral kijken of de wolk zich verder samenpakt, of langzaam oplost boven de verffabrieken van AkzoNobel.

Wat nog meer in het derde kwartaal?

  • Hardnekkige volumestagnatie: De verkoopvolumes bleven steken op min één procent. Vooral coatings in Noord-Amerika hadden het lastig, terwijl decoratieve verven in Azië en Zuid-Europa nog lichte groei lieten zien.

  • Omzet en winstverwachting onder druk: Organisch bleef er slechts één procent aan omzetgroei over. Op gerapporteerde basis daalde de omzet juist met vijf procent, vooral door de sterke euro. Door de aanhoudende valutategenwind heeft AkzoNobel ook zijn winstverwachting voor het hele jaar verlaagd. De onderneming rekent nu op een aangepaste winst (EBITDA) van rond de 1,48 miljard euro. Eerder sprak het concern nog uit boven dat bedrag uit te komen. AkzoNobel worstelt overigens al jarenlang met structurele valutategenwind.

  • Kostenprogramma op stoom: Sinds medio 2024 verdwenen er 2.500 banen en zijn zes fabrieken gesloten. De jaarlijkse besparing loopt volgens het concern inmiddels op tot circa 175 miljoen euro. Door die besparing blijft de marge nog enigszins op peil. De aangepaste winst (EBITDA) kwam uit op 385 miljoen euro, goed voor een marge van 15,1 procent maar nog ver verwijderd van het doel van 16 procent.

  • Selectief snoeien in het portfolio: AkzoNobel verlaat markten waar het geen leidende positie heeft. De verkoop van Akzo Nobel India aan JSW (opbrengst circa 900 miljoen euro) is bijna rond, en ook de activiteiten in Pakistan worden afgestoten. Een deel van de opbrengst van de verkoop van India wordt gebruikt voor schuldreductie en een aandeleninkoop van 400 miljoen euro die begin 2026 start.



Gerelateerde artikelen